Surinaamse jongeren en zelfdoding. Wat doen wij?

De essentie is dat in ieder leven wanhopige en sombere momenten en situaties zich kunnen voordoen maar de kunst is om niet toe te geven aan de verleiding om jezelf van kant te maken.

Bij suïcidaal gedrag moet men denken aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te doden.

In Suriname is suicide de derde grootste doodsoorzaak onder personen tussen 15 en 29 jaar (UNICEF).

Problemen in de relatie scoren het hoogst als oorzaak voor zelfdoding. Ik probeer daarom een lans te breken voor meer contact met onze jongeren. Ze zijn voortdurend op hun device en raken de omgeving daardoor kwijt. Wat er aan informatiestromen via de devices hen bereikt, wordt helaas door gebrek aan goede gesprekken niet verwerkt. Ouders zijn vaak niet betrokken in het leven van hun kinderen onder andere vanwege meerdere banen en daardoor weinig tijd voor inhoudelijke zinvolle gesprekken. De communicatie zal verbeterd moeten worden, waarbij luisteren naar onze kinderen en jongeren van groot belang is. Jongeren willen gehoord worden. Ze zijn in een dynamische leeftijdsfase en willen best wel delen wat hen bezighoudt.

Van belang is ook dat signalen worden opgevangen. Dat kan echter alleen wanneer er goede relaties met die jongeren bestaan. Een gezin waar er samen gegeten wordt, samen activiteiten ontplooid worden, interesse is in wat iedereen doet of meemaakt is een preventieve basis tegen zelfdoding.

Het gesprek moet onder jongeren gestimuleerd worden. Eerste gesprekken waarin een luisterend oor gevonden wordt zijn van groot belang. Indien er deskundige hulp nodig is schakel dan met toestemming van de jongeren met issues, iemand in die meer weet van zaken heeft.

De meest voorkomende methode tot zelfdoding is gebruik van bestrijdingsmiddelen. 64% volgens een PAHO rapport. Ik riep daarom alle aanwezigen tijdens de Gezinsconferentie op om ondersteuning te geven aan een Open Brief naar de regering, met de oproep om meer maatregelen te treffen m.b.t. import, verkoop, opslag, productie van en toegang tot landbouwbestrijdingsmiddelen. Onze samenleving verdient meer bescherming op dit stuk.

Carl Breeveld (31 maart 2025)